Nostalgisch
Noordwijk
DE CANON VAN NOORDWIJK
Doe je mee?
Trots op je geschiedenis komt onder meer tot uitdrukking in een canon; een overzicht van elementen van cultuur en geschiedenis, die de moeite waard zijn om door te geven aan volgende generaties. Sommige staan buiten discussie, andere zijn nogal subjectief. En om bijvoorbeeld te voorkomen dat (zoals in 2004) niet Willem van Oranje wordt gekozen tot Grootste Nederlander aller Tijden, maar de net daarvoor vermoorde Pim Fortuyn, mag actualiteit eigenlijk geen rol spelen. Wat is onderdeel van het Noordwijkse canon?
Tekst: Frans van Egmond Fotografie: Willem van den Haak
De zestiger jaren was de tijd van stiekem onder de dekens naar Radio Luxemburg en de zeezenders luisteren.
Namen als Mi Amigo, Noordzee en natuurlijk Veronica hangen nu nog in de herinnering. Het verging niet alle even voorspoedig. In de nacht van 9 op 10 november 1970 sloeg in een noordwesterstorm de King David, het zendschip van Capital Radio, los van zijn anker. Stranding was onvermijdelijk en zorgde voor een toeristische attractie van de eerste orde. De reddingboot van de KNRM voer uit om de opvarenden van boord te halen. Heel Noordwijk liep uit naar het strand voor het Palace Hotel om het wonder te bekijken. Drie dagen lag het oud ijzer daar. Sleepboten van Wijsmuller lagen paraat, maar kwamen in eerste instantie niet in actie omdat er geen overeenstemming werd bereikt over de betaling. Capital Radio ging eraan
failliet en Wijsmuller werd eigenaar. De King David werd gesloopt en de restanten werden ergens in een meertje gedumpt om te dienen als lesmateriaal voor duikers.
Dr. Mr. Willem van den Bergh Stichting
Voordat ESTEC werd gevestigd, had Noordwijk nog maar één buffer tegen de annexatiedrift van Katwijk. Tussen een aantal boerderijen lag de Berghstichting, een instelling voor pakweg tweeduizend verstandelijk gehandicapten. Bij de oprichting in 1923 werd daar overigens een andere benaming aan gegeven, want de overkoepelende instantie was de Vereeniging tot Opvoeding en Verpleging van Idioten en Achterlijke Kinderen. De drijvende kracht was een predikant uit het Veluwse Voorthuizen, dr. mr. Willem van den Bergh. De primaire doelstelling was om kinderen onder te brengen in internaten, ver van de bewoonde wereld in heilzaam geachte bos- of zeelucht. In de loop der jaren veranderde de zorg van karakter. De medische benadering maakte plaats voor een orthopedagogische, en later voor het ideaal om mensen met een verstandelijke beperking een zo normaal mogelijke woonomgeving te bieden. De grote instituten van destijds ontwikkelen zich steeds meer tot buurtschappen en wijken met een gemengde bevolking, terwijl steeds meer voormalige bewoners in kleine groepjes in stad of dorp wonen en werken. Met name geneesheer-directeur Jacob Juch speelde daar een rol in. De protestants-christelijke identiteit is geleidelijk vervangen door een algemeen-christelijke.
De marteldood van Sint-Jeroen
Jeroen, zoon van een voorname Britse edelman, koos als jongen voor het priesterschap. Met andere benedictijner monniken verkondigde hij het christendom op het vasteland. In 851 vestigde hij zich als pastoor in Noordwijk. Vijf jaar later overvielen de Noormannen de nederzetting. Jeroen werd gevangengenomen en gemarteld, maar weigerde zijn geloof af te zweren. Het kwam hem op onthoofding te staan. Zijn volgelingen begroeven zijn lichaam in het diepste geheim. Ruim een eeuw later werd het graf wonderbaarlijk herontdekt. Boer Nothbodo kreeg tot driemaal toe een verschijning van Jeroen die hem vroeg zijn onthoofde lichaam op te graven en over te brengen naar de abdij van Egmond. Op de plek waar het lichaam was gevonden werd een kerk gebouwd. Rond 1300 vond men daar een schedel die onmiddellijk aan Jeroen werd toegeschreven en voorwerp van verering werd. In 1429 verhief de bisschop van Utrecht het dorp Noordwijk tot bedevaartplaats van Sint-Jeroen. Als gevolg van de Reformatie kwam daar in de 16de eeuw een einde aan. De schedel van de heilige is sindsdien spoorloos. Maar allerlei relieken werden bij de tweede verheffing tot bedevaartplaats in 1892 naar de parochiekerk overgebracht en sindsdien in een schrijn in het Sint-Jeroensaltaar bewaard. Pelgrims kregen bij het bezoeken van deze kerk bijzondere gunsten in de vorm van aflaten. Vanaf de jaren zestig worden geen bedevaarten naar Noordwijk meer georganiseerd. Op de derde zondag in augustus wordt de Jeroens-ommegang door de kern van Noordwijk-Binnen gelopen.
Hof van Holland Anno 14de eeuw
De geschiedenis van Het Hof van Holland gaat terug naar het begin van de 14de eeuw, hoewel de naam pas drie eeuwen later opduikt. Daarvóór is het “het huis waar de vierschaar der ambachtsheerlijkheid van Noordwijk wordt gespannen”. Het etablissement heeft waarschijnlijk de brand, die in 1450 het halve dorp platlegde, niet overleefd. Allerlei adel bewoonde in de loop der eeuwen het pand aan de Voorstraat: baljuw jonker Jacob van der Moelen en nazaten, de juffrouwen Maria en Anna Outshoorn en Leendert van Teijlingen, die in 1680 aan de Voorstraat 69 een uitspanning was gestart onder de naam Hof van Holland. Een belangrijk deel van het Hof valt aan de vlammen ten prooi tijdens een brand op 29 augustus 1909. Eigenlijk blijven alleen de bouwmuren overeind, maar twee weken later kan een deel van de exploitatie weer worden hervat. Het herbouwplan kost tien jaar en als het klaar is koopt het van oorsprong Duitse echtpaar Joseph en Maria Oehl het hotel. De volgende eigenaren zijn meer bekend in het Noordwijkse. Wim Vink verruilt in 1979 zijn hotel-café De Beurs verderop in de Voorstraat voor Het Hof van Holland, maar dat blijkt een financiële brug te ver. Joop van den Anker en zijn vrouw Joke springen in het gat en verbouwen de zaak begin tachtiger jaren ingrijpend. De bovenzaal wordt vervangen door twaalf logeerkamers en vier andere zalen worden in gebruik genomen. Menig Noordwijks huwelijksfeest vindt er plaats. Sindsdien is het met tussenpozen open voor een diner en een kop koffie op het terras onder de lindebomen van de Voorstraat.
VV Noordwijk twee keer landskampioen
De Voetbalvereniging Noordwijk is twee keer algemeen landskampioen van Nederland geweest. De eerste keer was in 1973 en de spelers van dat illustere team staan bij oudere volgers nog steeds op het netvlies. Drie wedstrijden tegen RBC Roosendaal met veel toeschouwers, passie en spanning resulteerden in de grootste prestatie in de historie van rood-wit. Het team van 1973 was een mix van bijters (Kees Karstens, Ruud Bröring, Cees Spaanderman) en sierlijke voetballers (Albert Spaanderman, Jan-Willem Bogers). Opmerkelijk: velen hadden een uitstekende opleiding genoten, reden waarom Noordwijk sterk vertegenwoordigd was in het Nederlands studentenelftal. Bröring was later zeven jaar trainer van het eerste, “ouwe Dirk” Jan Vieveen decennialang elftalbegeleider en Jaap van Kesteren leverde als keeperstrainer een serie formidabele doelmannen af aan het betaalde voetbal, waaronder Edwin van der Sar. Noordwijk werd in 1980 opnieuw landskampioen tegen Xerxes op het veld van Quick Boys. Onder leiding van trainer John Eelman werd een achterstand van 0-2 door Jan Willem Boogers, Sjoerd Boot en John van Dijk in de slotfase omgebogen naar het tweede landskampioenschap.
Grote of Jeroenskerk Monument in Binnen
De Grote of Jeroenskerk dateert van het begin van de 13de eeuw en werd gebouwd omdat de toenmalige kerk te klein was voor de grote stroom bedevaartgangers die op de vondst van de resten van Sint Jeroen af kwamen. De kerk ging deels teloor tijdens de grote brand van 1449, maar met hulp van de toenmalige overheid en particulieren werd de schade weer hersteld. Bij de reformatie werd de kerk het eigendom van de hervormingsgezinden en moesten de katholieken hun heil maar elders zoeken. De muren zijn twee meter dik en de toren is te bereiken via 110 treden. De torenomgang fungeerde ooit als vuurtoren. Bezienswaardig zijn het doopvont uit de 15de eeuw, een sarcofaag en enkele grafstenen van notabelen, waaronder die van Jan van der Does, in de 16de eeuw heer van Noordwijk. In 1970 werd het gebouw helemaal gerestaureerd. Architect Van der Sterre bracht de kerk in een paar jaar tijd vrijwel in de originele staat terug. Dat kostte drie miljoen gulden, die bijeen werden gebracht via subsidies.
ESTEC, centrum van Europese ruimtevaart
Nederland is internationaal vooraanstaand in wetenschappelijk onderzoek en stond aan de wieg van de Europese ruimtevaart. Als hightechland beschikt het over een gezonde kennisinfrastructuur en specifieke expertises. Koningin Beatrix opende in 1968 het European Space Research and Technology Centre ESTEC, dat uitgroeide tot het grootste en belangrijkste centrum van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA. Dat was overigens een dubbeltje op zijn kant: Delft stond op pole position, maar daar ging men een beetje moeilijk doen. Vrijwel alle projecten van ESA worden op ESTEC bedacht en begeleid. Op het complex werken nu rond de 3.000 hoogwaardige technici aan internationale programma’s op het gebied van onderzoek en ontwikkeling, AI-innovatie, testen van satellieten, 3D-printing voor de ruimtevaart, robotics, bemande ruimtevaart, navigatie en spin-offs. ESA bouwt niet zelf satellieten, maar stelt een pakket van eisen samen waaraan de satelliet en zijn onderzoeksinstrumenten moeten voldoen. De ontwikkeling en bouw worden uitbesteed aan de industrieën van de landen die lid zijn van ESA. ESTEC heeft een speciale afdeling die zich bezighoudt met ruimtevaarteducatie op Europees niveau. Omdat ESTEC niet wilde dat er bezoekers op het terrein kwamen, werkte men voortvarend mee aan de stichting van het Space Expo. Met jaarlijks rond de 100.000 bezoekers groeide Space Expo uit tot toeristische trekpleister.
Badplaats Noordwijk
In de 19de eeuw werd de heilzame werking van het zoute zeewater herontdekt en kustplaatsen in heel Europa speelden daarop in. In 1866 nam Willem Hendrik van Konijnenburg vier badkoetsen uit Scheveningen over en maakte van zijn herberg De Vergulde Waegen een badhotel. De vissersschepen op het strand maakten plaats voor badkoetsen en strandstoelen; Noordwijk was een badplaats geworden. Daarna werkte men met verve aan het imago. Het profiel werd de badplaats van koningen en keizers, en een – al dan niet vluchtig – bezoek van de vrouw van de sjah van Perzië en het Belgische koningshuis werd breed uitgemeten. Met name aan het eind van de 20ste eeuw was het toerisme de basis van welvaart in Noordwijk. Naast het verblijfstoerisme in de vele hotels werd Zimmer mit Frühstück een welkome inkomstenbron voor menig huishouden. In mei verhuisden hele gezinnen naar het schuurtje in de tuin en werden de kamers in het grote huis verhuurd. Bussen vol (vooral) Duitse gasten arriveerden en werden verdeeld onder geïnteresseerden. De grote hotels richtten zich in die tijd meer en meer op internationale congressen, wat Noordwijk een prominente plaats op de nationale lijst van meeste verblijfsovernachtingen opleverde, voor steden als Den Haag, Maastricht en Rotterdam die over grotere accommodaties beschikten. Met de fusie met Noordwijkerhout en de toevoeging van Leeuwenhorst aan het totaal, werd die positie geconsolideerd.
Wat of wie ontbreekt er nog in deze canon?
Een verantwoorde canon kan alleen tot stand komen als iedereen in de gelegenheid wordt gesteld een inbreng te leveren. Suggesties zijn daarom meer dan welkom op info@nexmagazine.nl.